Voeding

BARF

BARF is een afkorting die staat voor: “Biologically Appropriate Raw Food”
of ook wel:

B ones
A nd
R aw
F ood

Het word de laatste jaren steeds populairder. Als u met BARF wilt starten laat u dan goed inlichten over de juiste verhoudingen/samenstellingen. U moet zeker zijn dat U een volledig gebalanceerd menu klaar hebt staan voor uw hond.

Het idee achter BARF is eigenlijk heel simpel, honden zijn carnivoren, hun gebit en spijsverteringskanaal is van nature volledig toegerust om vlees en botten te eten. Er zijn dan ook verschillende manieren om een hond rauw vlees voeding te geven. Zelf Rauw Vlees voeren is er daar in van.

Samenstelling:

Er wordt gebruikgemaakt van geschikte rauwe botten, spiervlees, orgaanvlees, gepureerde groentes en aanvullingen zoals rauwe eieren en zuivel. Honden worden doorgaans gevoerd met ongeveer 40% à 60% vleesbotten, die ongeveer 50% vlees en 50% bot bevatten. Kale botten worden niet gevoerd. Honden die net overschakelen van brokken naar BARF, starten vaak met zachte botten van kleine dieren zoals kip, eend, kwartel, fazant, konijn en parelhoen. Honden die wat meer ervaring hebben, eten ook botten van grotere dieren zoals geit, lam, kalf en ree. Echter, alleen de botten die niet-dragend zijn geweest, dit betekent dat men bijvoorbeeld ribben voert, maar geen poten. Deze vleesbotten worden daarnaast vaak aangevuld met 15% tot 20% orgaanvlees zoals hart, lever, nieren, pens en hersenen, 10% à 15% groentemix, 15% vlees en 5% gezonde tafelrestjes en extra’s zoals rauwe eieren en zuivel.

Aanvulling:

Met alleen rauw vlees en botten is het dagelijks rantsoen van de hond niet compleet, het moet nog aangevuld worden met o.a Calcium, Fosfor, Vitamine B,C,D en omega 3 en 6 vetzuren.

**Tegenstanders van deze voeding argumenteren dat het verstopping, diarree en andere gezondheidsproblemen ten gevolg kan hebben. Er zijn ook meldingen van verstikking of inwendige wondjes door beenderen van gevogelte, aangezien deze eerder versplinteren in plaats van breken en dus scherp zijn. Kenners van de BARF-methode beweren dat rauwe botten niet splinteren. Gekookte botten splinteren wel; vooral gekookte kippenpoten zijn berucht om het splinteren

Brokken

Als u kiest voor droogvoer zorg dan altijd dat er voldoende drinkwater is. Hondenbrokken bevatten namelijk zouten en wekken dus dorst op. Brokken bevatten weinig water en zijn daar door lang houdbaar. Er zijn verschillende merken, de verschillen zitten hem vaan in kwaliteit. Voor hondenbrokken zijn er geen wettelijke kwaliteitseisen daar door zijn de verschillen vaak ook groot.
Bij de wat duurdere brokken worden er door de fabrikant onderzoek gedaan en word er gebruik gemaakt van hoogwaardige grondstoffen. Dit verklaard ook het prijsverschil in het voer wat bij de dierenarts/speciaalzaak of bij de supermarkt te koop word aangeboden. Enkele merken die goed bekend staan zijn: Hills, Royal Canin, Eukaneuba en Pro Plan.

De goedkopere brokken bevatten vaak meer plantaardige eiwitten, die van lagere kwaliteit zijn. Daarnaast bevatten ze niet de essentiële aminozuren in voldoende hoeveelheden. Hierdoor bestaat de kans op extreem veel verharen, huidschilfers, jeuk en krabben. Ook eet de hond vaak van dit voer meer dan van het andere voer, dit door dat het slechter verteerd word, met als gevolg dat er meer ontlasting zal zijn.

Puppyvoer:

U doet er verstandig aan om uw pup tot de leeftijd van ongeveer 6 maanden een speciale puppybrok te voeren. Dit omdat pups snel groeien, en ze dan ook meer behoefte hebben aan eiwitten en calorieën. Na 6 maanden kunt u overstappen op een ”tussenvorm” die minder energie bevat dan de puppybrok, maar nog wel de juiste verhouding in voedingsstoffen bevat om een goede evenwichtige botgroei te bewerkstelligen. Wanneer de hond is uitgegroeid kunt u overstappen op een volwassen brok.

Senior hondenvoeding:

Als uw hond zo de leeftijd van 6/7 jaar heeft bereikt kunt u overwegen om over te stappen op senior brokken. Deze brok bevat minder energie, omdat oudere honden een lagere energie behoefte hebben. Zo loopt u ook minder risico dat uw oudere hond te dik zal worden.

De juiste hoeveelheid:

Een algemeen bekend probleem bij te veel voeding is een hond met overgewicht. Dat is ook niet zo vreemd aangezien we onze hond dan ook graag verwennen. Maar weet wel dat overgewicht voor uw hond een serieus probleem is.

Op de verpakking heeft de fabrikant daarom ook vermeld wat de juiste hoeveelheid voor uw hond is. Het is echter wel zo dat elk ras, leefstijl, en individuele aanleg een rol spelen bij het bepalen van de hoeveelheid die u uw hond moet geven. Het is daarom belangrijk dat u de hoeveelheid die u geeft daar op is afgestemd. Het meest voorkomende voeding gerelateerde probleem bij de hond is overgewicht. Dat is niet zo vreemd, aangezien honden tegenwoordig nog zelden werken en ze vaak minder gelegenheid hebben zich te bewegen. Bovendien verwennen we onze honden graag. Overgewicht is echter een serieus probleem. Als uw hond te zwaar is geef dan wat minder en vul het dieet aan met groenten. Honden kunnen geen vezels verteren maar deze aanvulling op het dieet stilt wel de eventuele trek van de hond. Teefjes die zwanger zijn en honden die een hoge mate van activiteit moeten leveren hebben een hogere energie behoefte en deze moeten dan ook meer calorieën binnenkrijgen.

Hoe vaak geef ik mijn hond per dag eten?:

Gemiddeld krijgt u hond 2 maal per dag eten. Maar in sommige gevallen is het verstandig om dit te verdelen over meerdere porties per dag. Bijvoorbeeld wanneer uw hond last heeft van zijn maag/darm kanaal. Ook pups krijgen meerdere keren per dag te eten, vanaf ongeveer de leeftijd van 8-12 weken krijgen de pups 4 maaltijden per dag. Van 12-24 weken krijgen ze 3 maaltijden per dag. En wanneer de pup ouders is dan 24 weken kunt u overgaan op 2 maaltijden per dag.

Samenstelling van het voer:

Hondenvoer moet zijn samengesteld uit de volgende 6 groepen:

Water: water is nodig in het lichaam voor transport van voedingstoffen naar weefsel, houd de lichaamstemperatuur op peil en helpt bij de vertering van andere voedingsstoffen. Water is dan ook een belangrijke voedingsstof om te kunnen overleven. Zorg ook altijd voor water naast de voerbak..

Koolhydraten: Koolhydraten zijn korte of langere ketens van suikers en kunnen we als ‘snelle’ energieleveranciers. De snelste energieleverancier onder de koolhydraten is bekent onder de naam druivensuiker. Honden hebben koolhydraten niet echt nodig, omdat ze via hun eigen stofwisseling in staat zijn andere voedingsstoffen in bijvoorbeeld glucose om te zetten. Toch zijn koolhydraten goede energieleveranciers, bovendien bevat voeding waarin natuurlijke koolhydraten zijn verwerkt voedingsvezels, die van belang zijn voor een goede darmwerking.

Eiwitten: heeft de hond nodig als bouwstenen voor opbouw en herstel van veel weefsels zoals spieren, pezen, huid, haren en bloed. Ze zorgen samen met andere voedingsstoffen voor de vorming van enzymen en hormonen, die de stofwisseling regelen. Eiwitten zijn nodig bij de vorming van antistoffen, die helpen infecties te bestrijden en ze kunnen worden gebruikt om energie te leveren. Bij een tekort aan eiwitten of eiwitten van mindere kwaliteit kunnen er problemen ontstaan bij de opbouw van weefsels, de stofwisseling en het afweermechanisme tegen ziekten. Dit kan zich uiten in slechte eetlust, slechte groei of zelfs vermagering en een slechte conditie van de vacht.

Vetten: zijn eigenlijk de belangrijkste leverancier van energie. Vetten in de voeding voorzien uw hond van 2,25 maal meer calorieën per gewichtseenheid dan eiwit of koolhydraten. Een tekort aan essentiële vetzuren (omega-3 en omega-6 vetzuren) uit zich in huidbeschadigingen, een slechte conditie van de vacht en kan zelfs leiden tot voortplantingsproblemen. Daarnaast zijn vetten betrokken bij de absorptie, opslag en transport van de in vet oplosbare vitaminen (Vitamine A, D, E en K).

Mineralen: vervullen vele functies in het lichaam. Zo zijn calcium en fosfor belangrijk voor het skelet en het gebit en zijn natrium en kalium belangrijk voor het regelen van de juiste vochtbalans. Ook zijn mineralen nauw betrokken bij de stofwisseling. Er wordt onderscheid gemaakt tussen macromineralen en micromineralen ofwel spoorelementen. De macromineralen moeten in grote hoeveelheden in de hondenvoeding aanwezig zijn: calcium, fosfor, magnesium, natrium, kalium, chloor, en zwavel. De micromineralen of spoorelementen moeten in veel mindere hoeveelheid in de voeding aanwezig zijn: ijzer, koper, zink, mangaan, molybdeen, selenium, kobalt en jodium. Andere spoorelementen die pas relatief recent zijn ontdekt zijn: fluor, chroom, nikkel, silicium, tin en vanadium. Over de functie van deze relatief nieuwe spoorelementen is nog maar weinig bekend.

Het is heel belangrijk dat de mineralen in de goede verhouding en in de juiste hoeveelheden in het hondenvoer aanwezig zijn. Bij een honden die bijvoorbeeld alleen maar spiervlees te eten krijgen, ontstaat een tekort aan calcium. Het lichaam zal calcium uit de botten halen, omdat het lichaam de calcium toch nodig heeft. Het skelet wordt ontkalkt, waardoor gemakkelijk botbreuken kunnen ontstaan. Dit wordt ‘all meat syndrome’ genoemd en is typisch een ziekte voor pups. Omdat tegenwoordig vaker gebruik wordt gemaakt van volledige hondenvoeding, komt dit steeds minder vaak voor. Een teveel aan calcium kan echter ook botproblemen opleveren.

Vitaminen: spelen een heel belangrijke rol bij allerlei biochemische processen en kunnen door het lichaam niet aangemaakt worden. De dagelijkse behoefte aan vitamines is zeer gering en bedraagt vaak slechts enkele mg per dag. Algemeen geldt dat een tekort maar ook een overdaad aan vitaminen schadelijk kan zijn en op den duur de dood tot gevolg kan hebben. Vitamines worden opgedeeld in vet oplosbare en wateroplosbare vitamines:

Vet oplosbare vitaminen:

– Vitamine A
– Vitamine D
– Vitamine E
– Vitamine K

Wateroplosbare vitaminen:

– Vitamine B1 (Thiamine)
– Vitamine B2 (Riboflavine)
– Nicotinezuur
– Pantotheenzuur
– Vitamine B6 (Pyridoxine)
– Biotine
– Foliumzuur
– Vitamine B12 (Cobalamine)
– Vitamine C (Ascorbinezuur)
– Choline

KVV Voeding

KVV staat voor kant en klaar vers vlees. Alle ingrediënten die uw hond nodig heeft zijn vermalen in de juiste verhoudingen in de vorm van bijvoorbeeld een worst en daarna diep bevroren. U hoeft alleen maar de juiste porties te bepalen en deze in de voerbak van uw hond te doen.

– Bewaar de KVV in de vriezer.
– Verdeel de KVV in porties van de juiste hoeveelheden voor uw hond.
– Laat de KVV in de koelkast ontdooien, voor u de hond de maaltijd geeft laat je het eerst op kamertemperatuur komen. (dit hoeft niet perse, maar het kan wel prettiger zijn voor de hond.)

Hoeveelheid voeding per dag?

Puppy’s: 40 tot 50 gram per kilo lichaamsgewicht.

Volwassen honden: 20 tot 30 gram per kilo lichaamsgewicht.

Honden op leeftijd: 15 tot 20 gram per kilo lichaamsgewicht.

* Dit zijn de voorgeschreven richtlijnen per dag. Dat wil niet zeggen dat elke hond dezelfde behoefte heeft. Wanneer uw hond aankomt of afvalt dan kunt u daar zelf op inspelen door minder of meer te geven.

Hoe maak ik de overstap van droogvoer naar vers vlees?:

De overstap dient geleidelijk aan te gebeuren. Dit komt omdat de PH-Waarde van de maag van uw hond op droogvoer veel minder zuur is dan wanneer uw hond op vers vlees staat. Wanneer uw hond op vers vlees staat is het maagzuur van uw hond net zo zuur als zoutzuur! Dat moet natuurlijk ook wel anders kunnen botten een heel stuk moeilijker verteerd worden. Ook hebben bacteriën geen kans op overleven in een zure omgeving als deze. Als er dus een overstap gemaakt word zal er in de eerste week een ”ontgiftings proces” plaats vinden. Dit omdat droogvoer kunstmatige stoffen, conserveermiddelen en E-nummers bevat en vers vlees dus niet, deze worden op het moment van de overschakeling direct het lichaam uitgewerkt. De hond gaat op dat moment helemaal terug op zijn natuurlijke voeding en zal alle overtollige afvalstoffen uitscheiden. Op dat moment zijn Diarree en stinken uit de huid van uw hond een normale reactie. Dit duurt maximaal een paar dagen.

Overstap op vers vlees voor een hond met een gevoelig darmgestel: Maak eerst de brokken helemaal op, wanneer u de eerste dag start met vers vlees gooi daar dan een beetje kokend water overheen en laat dit afkoelen. Dit doet u ongeveer 5 tot 7 dagen, maar elke dag doet u er steeds minder kokend water overheen. Zo nouwt u rauw voeren op en kan de maag en de darmflora van uw hond hier aan wennen.

Algemeen voedingsadvies:

Variatie is het succes van een gezonde levensstijl, maar wat is nou gevarieerd?
– Meerdere diersoorten per week (3 tot 5),
– 5-10% groenten per maaltijd,
– Aanvullende supplementen geven,
– Snacks voeren voor het gebit.

Waarom meerdere diersoorten per week?:

In een perfect voedingspatroon die herleid naar het bestaan van de wolf, zien we dat deze niet elke dag hetzelfde dier als prooi at. Vandaar dat er het liefst ook gewisseld moet worden, want ieder diersoort bevat namelijk weer andere aminozuren, voedingsstoffen en vetzuren. Zo komt uw hond dus nooit te kort en krijgt hij alle bouwstoffen binnen. Daarom ook het advies om 3 tot 5 soorten vlees per week te voeren.

Waarom groenten?:

In groenten zitten veel bouwstoffen en vitaminen die een goede aanvulling zijn op het dagelijks voedingspatroon van uw hond. Er zitten simpelweg vitaminen in die NIET in vlees zitten zoals Vitamine C, K1, E en foliumzuur. Het advies is dan ook 5 tot 10% van de dagelijkse behoefte van de hond bij te geven. Dus als voorbeeld: als uw hond 500 gram vlees per dag eet, geef hem dan 25-50 gram groente als extra er bij. Zorg dat deze groente gaar en gepureerd zijn zodat deze goed verteerbaar zijn.

Waarom snacks voeren?:

Kauwen is een gezonde en stimulerende bezigheid voor uw hond, vroeger waren snacks dagelijkse kost voor uw hond. (botten, huid, oren etc.) Het kauwen op een snack reinigt en versterkt het gebit, door het schrapen langs de tanden en extra opname van calcium. Hier door word het ontstaan van tandsteen zoveel mogelijk voorkomen. Het is advies is dan ook 3 to 5 keer per week een lekkere snack voor uw hond.

Hoe kan ik vers vlees combineren met droogvoer?:

Als je toch een combinatie wil maken in vers vlees en droogvoer, kies dan voor een koudgeperste brok. Vers vlees en een koudgeperste brok hebben hetzelfde verteringsproces wat beter is voor het gehele maag-darmgestel. Een geëxtrudeerde brok zwelt als het ware op in de maag en een koudgeperste brok en vers vlees vallen uit elkaar in de maag. Wilt u toch een geëxtrudeerde brok voeren? Laat dan minimaal 8 uur tussen de maaltijden zitten.

* Soms staat er ”compleet’ in de naam van de voeding. Als dit zo is dan is er een mix aan voedingsstoffen aan toegevoegd. Of zijn er analyses gedaan waaruit blijkt dat alle essentiële voedingsstoffen er in voldoende mate inzitten. Helaas zijn er uitzonderingen en noemen sommige fabrikanten hun voeding compleet zonder dit goed te kunnen onderbouwen. Wanneer er ”mix” vermeld staat wil dit niets zeggen over het wel of niet compleet zijn van de voeding. Dit wil enkel aangeven dat er meerdere vleesproducten gebruikt zijn. (eigenlijk zijn alle KVV’s een mix)

NRV

NRV Staat voor:

N atuurlijke
R auwe
V oeding

Deze term is bij de meeste mensen niet bekend, dus word ook het minste toegepast.
Bij NRV worden er met name hele prooidieren gevoerd. Denk dan bijvoorbeeld aan eendagskuikens, muizen, vissen als makreel en haring, duiven of konijnen.

Het is bij NRV net als bij BARF heel erg belangrijk dat uw hond de juiste voedingsstoffen binnen krijgt. Niet elk prooidier is meteen een complete maaltijd voor uw hond. Let hier dus op.

Het verschil met BARF is dat NRV vooral is opgebouwd uit:

– 60-70% spiervlees.
– 15% orgaanvlees.
– 15% (10-20%) bot.

Wat mag en kan je allemaal geven?:

Het liefst zoveel mogelijk dieren. Maar pas op met varkensvlees. Deze kan de ziekte van Aujesky (een veelvoorkomende ziekte bij varkens en waarvoor niet meer geënt hoeft te worden.) bevatten. Verder is alles toegestaan mits het maar rauw is, dus ook botten! Rauwe botten splinteren niet. Let alleen wel op dat je geen botten geeft van dragende delen (poten en knieën) van grote dieren die kunnen te hard zijn voor het gebit.

Spiervlees zijn zoals het woord al zegt alle spieren van een prooidier die als vlees geschikt zijn voor uw hond. De spieren zitten om het skelet heen en houden de boel bij elkaar. Spiervlees is dus geen orgaanvlees.

Orgaanvlees: In het menu van uw hond moet u ongeveer 15% aan orgaanvlees aanhouden. Orgaan heeft meestal ongeveer een vaste plaats in elk lichaam, min of meer een vaste vorm, nieren zijn bijvoorbeeld boonvormig en hart heeft ook altijd dezelfde vorm bij alle dieren. Het zit bij alle soorten op dezelfde plaats en heeft een specifieke functie. De voedingswaardes ligt dichter bij spiervlees dan orgaan, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de voedingswaarde van de lever. Maar dat doet niets aan het feit dat het hart anatomisch gezien een orgaan is.
Geschikt orgaan vlees voor uw hond is: Hart, Lever, Nieren en Strot (luchtpijp). Mocht je Milt, Testikels, Ogen, Tong, Hersens enz… hebben mag u dit ook voeren. Deze hebben alleen geen voedingswaarde. Veel honden vinden het ook niet zo lekker. Het hart is een gespierd orgaan, maar valt onder orgaanvlees. Pens is ook orgaanvlees, maar wordt vaak gezien als complete maaltijd.

Bot: de voeding van de hond moet 10-20% bot bevatten. Kies vooral niet-dragende botten van jonge grote dieren (ribben, schouderblad, van geit en lam bijvoorbeeld ook pootjes, nek, etc.). Van gevogelte kun je alles geven. Duif en eend worden vaak niet goed gegeten.

Overgewicht bij uw hond

Overgewicht bij uw huisdier, dit is een steeds vaker voorkomend probleem. Dit neemt helaas ook de nodige risico’s met zich mee. Honden met overgewicht hebben namelijk een grotere kans op gezondheidsproblemen. Denk dan bijvoorbeeld aan:

– Een verkorte levensverwachting.
– Verhoogd risico bij ingrepen waarbij een narcose nodig is.
– Bot en Gewrichtsproblemen zoals Artrose.
– Verhoogde kans op suikerziekte.
– Hart en long problemen.
– Slechte conditie en traagheid.
– Verhoogde kans op blaasproblemen.

Wat zijn oorzaken van overgewicht?:

Gewichtstoename is het resultaat van een toename in lichaamsvet, dit word gewoon veroorzaakt door te veel eten, met name in combinatie met een gebrek aan beweging.
Hoe meer vet er opgestapeld word hoe zwaarder uw hond zal worden. Andere factoren die een rol kunnen spelen bij het overgewicht zijn:

– Krijgt u huisdier mogelijk te vaak tussendoortjes? Daar zit vaak veel energie in waardoor uw hond te zwaar kan worden.
– Castratie/sterilisatie, door dat hierbij de verbranding veranderd kunnen ze aanleg krijgen voor gewichtstoename. Dat is met een goed dieet te voorkomen.
– Leeftijd speelt ook een rol. Als uw hond ouder word dan word hij ook minder actief, ze hebben dus minder calorieën nodig.
– Door bepaalde ziektes zoals een traag werkende schildklier kan het zijn dat uw hond aan komt, het is dus verstandig om uw hond altijd door een dierenarts te laten controleren voordat u begint met een dieet.
– Door bepaalde medicijnen die uw hond voor bepaalde ziektes waar onder epilepsie kan uw hond ook aankomen.

Helaas zijn er ook bepaalde rassen die aanleg hebben om zwaarder te worden. Denk hierbij aan de Beagle, Teckel, Bassethound, Cavelier KIng Charles Spaniël, Cairn Terriër, Shetland Sheepdog, Duitse Herder en de Labrador Retriever.

Wat de oorzaak ook is van de gewichtstoename het is altijd raadzaam om advies in te winnen bij uw dierenarts.

Hoe herkent u overgewicht?:

De eerste signalen van overgewicht zijn:

– Wanneer u de ribben van uw huisdier probeert te voelen maar dit bijna niet meer lukt.
– Een hond die te zwaar is word sneller moe, en houd spelletjes minder lang vol.
– Een hond die te zwaar is is sneller over verhit, zeker in de zomer.
– Ze hebben voortdurend honger.

Klik op de foto voor een grotere versie

Twijfelt u toch nog of uw hond overgewicht heeft? Ga voor de zekerheid even langs de dierenarts. Als uw hond last heeft van overgewicht dan is het verstandig om dit probleem met uw dierenarts te bespreken. Hij kan samen met u een verantwoord afval programma opstellen.