Vlinderhondje

(ook wel: Épagneul nain continental)

Het vlinderhondje is een tengere maar toch stevige speelgoedhond met een alert, actief en vriendelijk gedrag. Hoewel genoemd naar het vlinderachtige uiterlijk van zijn rechtopstaande oren, kan het ras ook worden gezien in een drop-eared variëteit. Het ras is ontstaan in Frankrijk als dwergspaniels, die niet de rechtopstaande oren hadden waarnaar het ras nu is vernoemd. De oren zijn een kwestie van persoonlijke voorkeur, dus worden ze niet als een fout of defect beschouwd als ze vallen. Pups met elk type kunnen in hetzelfde nest verschijnen.

Kenmerken

Karakter:

Het vlinderhondje heeft een waakzaam en opgewekt karakter. Hij hecht zich sterk aan zijn eigenaar of de leden van het gezin waarin hij leeft. Het is een intelligent, levendig en trainbaar ras dat een goede wandeling weet te waarderen maar eist veel aandacht.

Lichaamsbeweging:

Ondanks zijn kleine formaat zit dit hondje vol met energie en zal het zeker nodig hebben om flink te wandelen. Ook is gewoon een spelletje in huis prima vermaak voor je lieve viervoeter. Daag hem uit om zo zijn energie kwijt te raken.

Geschikt als:

Gezelschapshond, behendigheid, zoekspel en apporteren.

Uiterlijke raskenmerken:

Lichaam:

Bovenlijn niet te kort, te gewelfd of te hol. Maar hoeft ook niet plat te zijn. De lendenen zijn stevig en licht gewelfd en de borstkas is breed en tamelijk diep Schofthoogte:

Teefjes en Reutjes worden gemiddeld 28 cm.

Hoofd:

Normaal in verhouding met het lichaam en iets lichter en korter dan bij grote en middelgrote Spaniëls.

Kleur:

Alle kleuren zijn toegstaan op een witte ondergrond. Op het lichaam en de benen moet het wit de kleur overheersen.

Vacht:

De vacht is overvloedig, glanzend, golvend. Zeker niet krullend. Niet zacht, maar eerder verend met een zijde glans.

Oren:

Tamelijk naar achteren aangezet, voldoende van elkaar verwijderd om de schedel licht rond te doen lijken.

Staart:

Tamelijk hoog aangezet, eerder lang, goed bevederd met een mooie pluim.

Een stukje geschiedenis:

De dwergspaniël met hangende oren heeft in Frankrijk een lange geschiedenis, al is de oorsprong vermoedelijk Italiaans. Vanaf de 16e eeuw zijn ze aan het Franse hof gehouden en we zien ze vaak op oude schilderijen afgebeeld. Bekend is het verhaal over koningin Marie Antoinette die met haar spaniëltje onder de arm naar de guillotine zou zijn geleid. Tegen het einde van de 19e eeuw werd de hond populair bij de burgerij. Vanaf die tijd duikt ook de huidige variëteit met staande oren op, vooral in België. In 1937 werd een gezamenlijk Belgisch-Franse rasstandaard door de FCI erkend.