(OES)
De OES is een actieve, robuuste hond, die vol vrolijke streken zit. Hij is vrij van agressiviteit maar hij laat zich niet op z’n kop zitten. Hij neemt meteen de ruimte die de baas hem laat en als hij niet wordt afgeremd, ligt hij binnen de kortste keren in het bed van de baas en de baas op het matje ervoor. Dat hij in het middelpunt van de belangstelling staat, aanvaardt hij als vanzelfsprekend. Hij is goed bestand tegen temperatuursverschillen en hij past zich makkelijk bij veranderde omstandigheden aan. Als hij goed is opgevoed, voelt hij zich op de kermis net zo thuis als op de hei. Hij mag graag in het vrije veld rennen, maar zal zich nooit zover van zijn baas verwijderen dat het oogcontact verbroken wordt. In de begroeting van bezoekers is hij- hoewel onstuimig- de vriendelijkheid zelve, zolang de baas in de buurt is. Is de baas afwezig, dan heeft hij de neiging de verdediging van huis en haard op zich te nemen.
Algemeen beeld
Raskenmerken:
Een sterke , vierkant tonende hond van grote evenredigheid en algehele soundness. Volkomen vrij van hoogbenigheid, geheel overvloedign behaard. Een stevige bespierde, goed ontwikkelde hond met een zeer intelligente uitdrukking. Een OES staat lager bij de schoft dan bij de lendenen. Van boven af gezien een peervormig lichaam. Het hoofd is in verhouding tot de maat van het lichaam. De voorsnuit is ongeveer de helft van de totale lengte van het hoofd.
Karakter:
Een gezeglijke hond met een gelijkmatig karakter. Onverschrokken, trouw en betrouwbaar, zonder een spoor van zenuwachtigheid of niet uitgelokte agressie.
Gebruik/functies:
Huishond die ook graag werkt voor zijn baas.
Lichaamsbeweging:
Zoals iedere hond van dit formaat heeft de OES naast de korte uitlaat wandelingen ook minimaal 1 keer per dag een lange wandeling nodig. Het liefst ergens waar hij los kan lopen en zijn energie kwijt kan. Een OES is geen hond om maar af en toe mee te wandelen en voor de rest van de tijd in een kennel weg te stoppen. Daarvoor is hij te ver in zijn ontwikkeling en staat sociaal op een te hoog peil. Hij wil beslist bij zijn roedel zijn.
Verzorging:
De OES is een van de meest bewerkelijke rassen wat onderhoud betreft. De dikke vacht is een lust voor het oog maar heeft wel als consequentie dat de OES voor de verzorging ervan afhankelijk is van zijn baas. Wordt de vacht niet verzorgd zullen er al snel huidproblemen ontstaan die de gezondheid van de hond ondermijnen. Wekelijks moet de baas de dicipline hebben om zijn OES op een tafel te leggen en de vacht gedurende zo’n 2 a 3 uur compleet kltvrij te borstelen.
Omgang met kinderen:
OES en kinderen worden meestal de beste maatjes.
Uiterlijke kenmerken
Lichaamsbouw:
Sterke vierkante hond . Lengte net zo lang als de hoogte van de hond. Hij staat lager bij de schoft dan bij de lendenen. daardoor maakt de hond in stap in de achterhand een rollende beweging als van een beer. Bij het draven, toont hij moeiteloos uitgrijpen en een sterk stuwende achterhand, terwijl de benen recht in de lijn van de voortbeweging gaan. Zeer veerkrachtig in galop. Bij lage snelheid lopen sommige honden in telgang. Tijdens het lopen wordt het hoofd soms van nature lager gedragen.
Kleur:
De kleur van de vacht kan iedere tint grijs,grauw of blauw zijn. Lichaam en achterkant 1 kleurgrijs,grauw of blauw, met of zonder witte sokken en witte punt aan de staart.Witte vlekken in de achterkant zijn niet gewenst. Hoofd , nek, voorhand en onderbuik zijn wit, met of zonder aftekening. Iedere tint bruin is ongewenst.
Schofthoogte:
Reuen 61 cm en hoger. Teven 56 cm en groter.
Ogen:
De ogen staan ruim uit elkaar. Donkerbruin of “wall-eye” (=1 blauw en 1 bruin oog) Lichte ogen zijn ongewenst. Twee blauwe ogen zijn aanvaardbaar. Pigmentatie van de oogranden geniet de voorkeur.
Vacht:
De vacht is overvloedig en van een goede harde structuur, niet recht , maar ruig en vrij van krul. De ondervacht vormt een waterdichte laag. Hoofd en schedel zijn goed bedekt met haar, de oren zijn matig behaard, de hals is goed behaard, de voorbenen zijn rondom goed behaard, de achterkant is zwaarder behaard dan de rest van het lichaam.
Staart:
De staart wordt natuurlijk gedragen en is goed behaard met overvloedige vacht van een harde structuur.
Een stukje geschiedenis:
Verschillende soorten herdershonden zijn al eeuwen bekend in Engeland, maar de Old English Sheepdog is een relatief jong ras, waarschijnlijk ontwikkeld ergens in Zuid-Centraal Engeland, hoogstwaarschijnlijk Devon en Somerset evenals Cornwall. De vroegste weergave van een hond die lijkt op het oude Engels van vandaag is van een 18e – eeuws schilderij van Gainsborough. Pas in 1885 werd het Old English geïdentificeerd als een apart ras en een standaard geschreven door Welshman Freeman Lloyd, een expert op het gebied van schapen en herdershonden, om te beschrijven hoe het ras eruit zou moeten zien. Tegen die tijd werd de hond zelden gebruikt voor het hoeden van schapen en was in de eerste plaats een showhond. Desondanks heeft het Old English een krachtig herdersinstinct uit vervlogen tijden.