De geliefde familie metgezel en een geschikte K-9 militaire hond. Doberman pinscher is ook bekend als de Doberman is een natuurlijke beschermende hond met een uitstekende bewakingsgeschiedenis. Velen vergissen het met de Dwergpinscher, die een vergelijkbare kleinere versie van de hond is. Blauwe, witte en rode Doberman pinschers behoren tot de meest aanbeden honden over de hele wereld.
Algemeen beeld
Raskenmerken:
Er zijn natuurlijk op het internet vele ras beschrijvingen te vinden, bijvoorbeeld de officiële ras beschrijving op de website van de Raad van Beheer. Hier staat precies beschreven hoe de hond er uit moet zien, van schofthoogte tot aan gemiddeld gewicht. Ook op de site van de rasvereniging Dobermann Vrienden In Nederland (DVIN) is een uitgebreide beschrijving van de ras standaard te vinden, lichaamsverhoudingen, maten, gewichten en zelfs een (gewenste) karakterbeschrijving.
Toch wordt hier de Dobermann op een eigen wijze beschreven om deze fantastische hond in de spotlights te zetten en te benadrukken dat de Dobermann dankzij jaren selectief fokken een prima allround hond is geworden en al lang niet meer de nerveuze, scherpe hond die het vroeger was. Sterker nog, het stabiele karakter van een goed gefokte Dobermann maakt hem prima geschikt om zich in alle situaties thuis te voelen. Je komt de Dobermann dan ook tegen als (h)eerlijke gezinshond, want hij is een echte ‘mensenhond’ geworden en erg graag (en erg nadrukkelijk) aanwezig in de nabijheid van zijn baasje (bazinnetje) of gezin.
Karakter:
Nog steeds wordt de Dobermann door velen onterecht Dobermann Pinscher genoemd, de officiële rasnaam is kortweg Dobermann. Zo zijn er nog meer hardnekkige geruchten als zou de Dobermann een waakhond zijn, agressief zijn en moeilijk handelbaar. Uiteraard heeft de Dobermann een aantal ras specifieke kenmerken, maar door het streven naar een maatschappelijk aanvaardbare hond is (sommigen zeggen helaas) ook bij de Dobermann de drift en scherpte in veel gevallen niet meer of niet meer prominent aanwezig. Sowieso is gezien zijn vachtstructuur de Dobermann (kortharig en geen ondervacht) geen hond om in een buiten verblijf te houden.
Gebruik/functies:
Binnen de fokkerij van de Dobermanns zie je dat er een tweespalt is ontstaan waarbij sommige kennels zich meer toeleggen op het fokken van een werkhond (voor de africhting / IPO) met de daarbij behorende eigenschappen en andere kennels zich meer richten op schoonheid en succesvol zijn op showgebied. Overigens zijn veel ras specialisten van mening dat je met een goed gefokte Dobermann die een stabiel karakter heeft en kynologisch goed in elkaar zit, voldoende temperament heeft en beschikt over de “will to please” de meest uiteenlopende activiteiten kunt ondernemen.
Lichaamsbeweging:
De hond is atletisch gebouwd, bruist van de energie en staat altijd voor je klaar. Dit betekent dus wel dat je de hond altijd voldoende aandacht, geestelijke uitdaging en beweging moet geven, maar dat ook kan variëren van een heerlijke lange bos- of strandwandeling tot behendigheid of andere hondensport activiteiten.
Verzorging:
Weinig tot geen, het gebruikelijke nagels knippen en af en toe de oren schoonhouden. Zelfs na een wandeling op een regenachtige dag door modderig gebied is het goed afdrogen met een handdoek al weer voldoende om de hond te laten glimmen!
Omgang met kinderen:
Iedere hond heeft een consequente opvoeding nodig en in de omgang tussen hond en kind dient aan beide aandacht te worden besteed. Met voldoende beweging en individuele aandacht kan ook de Dobermann prima als huishond worden gehouden. Van huis uit is de Dobermann vriendelijk en rustig. Erg aanhankelijk aan de familie en houdt van kinderen. Een middelmatig temperament en een middelmatige scherpte is een vereiste. Een middelmatige irritatiedrempel is vereist met goed contact met de eigenaar. De Dobermann houdt van werken en moet een goed werkvermogen, moed en hardheid hebben en makkelijk te trainen zijn.
Uiterlijke kenmerken
Lichaamsbouw:
De Dobermann is middelgroot, krachtig en gespierd gebouwd. Door zijn elegante lichaamsbelijningen, zijn fiere houding, het temperamentvolle karkater en de vastberaden uitdrukking voldoet hij aan het ideaalbeeld van de hond. Het lichaam van de Dobermann is bijna vierkant, dit geldt in het bijzonder bij de reuen. De lichaamslengte (gemeten van het boeggewricht tot het zitbeen) moet de schofthoogte bij de reuen met niet meer dan 5% overschrijden en bij de teven niet meer dan 10%. Zonder meer is en blijft de Dobermann echt een prachtige, adellijke hond om te zien met zijn krachtige bouw, zijn uitstraling, zijn glimmende vacht en zijn intelligente blik.
Kleur:
De kleuren zijn zwart of donkerbruin met een roestrode scherpe afgetekende zuivere brand. De tan aftekening zit op de voorsnuit, als een vlek op de wangen, boven de oogleden (wenkbrauwen), op de keel, twee vlekken op de voorborst, polsen, middenvoet en voeten, aan de binnenkant van de dij en benen en onder de staart.
Schofthoogte:
Reuen: 68-72 cm Teven: 63-68 cm
De gemiddelde maat is het meest gewenst.
Reuen: 40-45 kg Teven: 32-35 kg
Ogen:
Middelgroot, ovaal en donker van kleur. Een lichtere kleur is voor de bruine honden toegestaan. Goed aangesloten oogleden. De oogleden zijn behaard. Kaalheid rond het oog is hoogst ongewenst.
Vacht:
Het haar is hard, kort en dicht. Het ligt nauw, glad en gelijkmatig aan over het lichaam verdeeld. Onderwol is niet toegestaan.
Staart:
De staart is hoog aangezet en kort gecoupeerd, waarbij 2 staartwervels duidelijk zichtbaar blijven. In landen waar een coupeerverbod van kracht is moet de staart natuurlijk worden gedragen.
Overige:
Tot slot nog even aandacht voor de gezondheid van de Dobermann. Opnieuw geldt dat een goed gefokte Dobermann, waarvan beide ouderdieren zijn getest op alle mogelijke bekende erfelijke afwijkingen de meeste kans geeft op een kerngezonde hond.
De ouderdieren zouden minimaal getest moeten zijn op HD (heupdysplasie) en PHPV/PHTVL, een erfelijke oogafwijking (de rasvereniging verplicht fokkers hun pupjes te laten testen voor zij naar hun nieuwe eigenaar(s) gaan).
Een stukje geschiedenis:
Het ras van de Dobermanns voert als enige de naam van haar eerst bekende fokker Friedrich Louis Dobermann. Volgens de overlevering was hij belastinginner, vilder en daarnaast de stadshondenvanger met het wettelijk recht alle loslopende honden te vangen. Voor de fok paarde hij uit dit reservoir bijzonder scherpe honden. De belangrijkste rol bij de opbouw van het Dobermann ras speelden zeker de zogenaamde Slagershonden, die onder de toen geldende omstandigheden al als een relatief doorgefokt “ras” konden worden aangemerkt. Deze honden waren een soort van voorloper van de huidige Rottweiler vermengd met een soort van herdershond, die in Thuringen in het zwart met roestrode aftekeningen voorkwam. Met de hier opgesomde mengeling van honden heeft Doberman in de zeventiger jaren van de 19e eeuw gefokt. Hij kreeg daardoor zijn ras, dat wil zeggen gebruikshonden, die niet alleen waaks waren, maar ook manvaste hof- en huishonden. Ze werden veel als waak- en politiehonden ingezet. Het veelvuldige gebruik in dienst van de politie leidde toen tot de bijnaam “Gendarme-hond”. Bij de jacht werden ze overwegend voor de bestrijding van roofwild ingezet. Onder de hier geschetste voorwaarden was het bijna onvermijdelijk, dat de Dobermann al aan het begin van deze eeuw officieel erkend werd als politiehond. De Dobermannfok streeft een middelgrote, krachtige en gespierd gebouwde hond na, die ondanks alles in de lijn van het lichaam elegantie en adel uitstraalt. Hij moet bijzonder geschikt zijn als geleide-, waak- en gebruikshond en evenzo als hond in het gezin.